Schoenen voor mensen met een risicovoet (ouderen, diabetes, reuma)

Laat uw voeten iedere keer opmeten door de schoenverkoper als u nieuwe schoenen aanschaft. Bij deze meting dient zowel de lengte als de breedte van uw voeten te worden opgemeten. De lengte van de langste teen (dit hoeft niet altijd de grote teen te zijn) is bepalend voor de juiste lengtemaat.

Let op: bij een risicovoet kan er sprake zijn van een verstoord dieptegevoel. Het kan dan zijn dat een te kleine schoen prettig aanvoelt omdat deze een gevoel van steun geeft. De voetmeting bepaalt echter of het daadwerkelijk de juiste maat betreft.

Uitgangspunten voor een juiste schoenkeuze zijn:

  • Lichtgewicht en van leer.
  • Zacht, ruim en naadloos bovenwerk, zonder sierstiksels met voldoende ruimte voor de tenen (niet te spits toelopend).
  • De voering en binnenzool moeten glad zijn zonder stiksels.
  • Stevig contrefort, maar een niet te stevig sluitende hiel.
  • De achternaad dient gelijk te zijn aan de stand van de hiel.
  • Goede schokdemping en goede schokabsorptie (eventueel een verende zachte inlegzool).
  • Vetersluiting of klittenbandsluiting (liever geen instappers).
  • Een maximale hakhoogte van 3 cm.
  • Het profiel van de zool moet afgestemd zijn op uw looppatroon (mag niet te stroef zijn bij schuifelende pasjes)
  • Ga er niet vanuit dat nauw zittende schoenen met het dragen wel goed gaan passen. Als u al schoenen hebt gekocht die in feite te nauw zijn, dan adviseren wij u naar de schoenmaker te gaan om ze laten oprekken.
  • Omdat de voeten veranderen naarmate u ouder wordt, adviseren wij altijd uw voeten op te laten meten als u schoenen koopt. Let op dat de voeten bijna nooit precies even groot zijn. Dus koop uw schoenen volgens de maat van uw grootste voet.
  • Schoenen kan men het beste kopen in de namiddag. Op dat moment van de dag zijn de voeten namelijk enigszins opgezet.
  • De maat hangt ook af van het type schoen. Probeer niet om altijd aan een en dezelfde maat vast te houden als u merkt dat een afwijkende maat goed past.
  • Uw voorvoet mag niet breder zijn dan uw schoen.
  • Bij de betere schoenenzaak zijn schoenen verkrijgbaar in verschillende breedtematen.
  • Koop uw schoenen bij voorkeur aan het einde van de dag omdat de voeten dan meer gezwollen zijn.
  • Draag nieuwe schoenen niet direct een lange tijd achter elkaar, maar bouw dit geleidelijk op.
  • Als u geen schoenen kunt vinden die u goed passen, vraag dan uw voetverzorger om advies.

Tips voor een juiste kous/sok keuze:

– Draag geen knellende kousen of sokken, bij voorkeur zonder naden.

– Kies voor sokken van natuurlijk, absorberend materiaal als katoen of wol.

– Trek elke dag een paar schone sokken aan, om schimmelinfecties te voorkomen